Een bezoek aan een begraafplaats is een kleine ontmoeting met de vergankelijkheid. Dit 'Spinsel' is het tweede in een serie van acht. De verteller, mijnheer Spinner, maakt een rondgang langs acht begraafplaatsen, net zoals de Tibetaanse mandala’s vaak worden omringd door ‘de acht begraafplaatsen’. Hij deelt met ons zijn ervaringen, spint een web van beelden en betekenissen en roept graag vragen op die niet zomaar een eenduidig antwoord hebben. Iedereen is dan ook van harte uitgenodigd om een gedachte, associatie of ondervinding als reactie te plaatsen. Deze keer: begraafplaats Rustoord.
Op een hete dag als vandaag is het goed toeven op de beschaduwde paden van het chique Rustoord. Kromme paden lopen hier tussen de statige graven van Nijmeegse notabelen uit het verleden, naar wie straten zijn vernoemd en voor wie monumenten zijn opgericht. Voorname grafstenen en kunstig gegraveerde zerken duiden het belang van de overledene aan. Het is een chique bedoening met een neoclassicistisch poortgebouw aan de Postweg, waar te lezen is dat er hier sinds 1897 meer dan zesduizend mensen zijn begraven.
Mijn oma is begraven in Breda onder een grafsteen met 93 kleine, goud beschilderde tegeltjes. Ongeveer anderhalf jaar na haar begrafenis vroeg mijn vader me of ik hem wilde helpen om de grafsteen van oma recht te leggen. Die was verzakt. Gewapend met schep en een emmer wit-zand togen wij naar het graf. De steen lag er inderdaad slordig bij. We groeven een greppeltje aan één kant van het graf en met een lange staaf krikten we de steen omhoog. Pa scheen met een zaklantaren door de ontstane kier in het graf. Ik gluurde naar binnen. De vermolmde kist was ingezakt. Ik schrok toen ik ook meende de botten van mijn oma te zien liggen in dat donkere gat. Het voelde als heiligschennis om daar op die begraafplaats naar de verlaten overblijfselen van mijn trotse grootmoeder te kijken. Ook mijn vader was er ongemakkelijk mee, merkte ik. Als betrapte grafrovers keken we om ons heen of er niemand anders was. Snel klaarden we het karwei: het zand ging eronder. De steen lieten we weer zakken. Hij lag weliswaar niet precies waterpas, maar het zag er veel beter uit. De grafrechten waren maar voor tien jaar, zei mijn vader nog.
Op de terugreis in de auto waren we lang stil. 'Je hoeft voor mij geen graf te maken,' zei hij opeens.
'Nog niet,' antwoordde ik met een ironische grijns.
Hij grinnikte. 'Ik bedoelde dat, áls mijn tijd gekomen is, een graf voor mij niet hoeft.'
'Een graf is voor de nabestaanden, pa.'
'Dat is zo,' zei hij, 'maar ik heb de theelepeltjes van mijn moeder. Elke keer als ik die afdroog en terugleg in de bestekla, dan denk ik aan haar. Daar heb ik geen graf voor nodig.'
Beschut door de statige rode beukenbomen, slenter ik verder tussen al de voorname graven op Rustoord. De graven zijn geordend in vakken en paden die natuurnamen dragen. Je ligt in ‘bosaardbei’, of ‘eekhoorn’. Het doet me denken aan de enorme parkeerplaats bij Disney World, waar de parkeervakken de namen van Disney-figuurtjes hebben. Wij stonden in Goofy, weet ik nog.
Ik loop langs de rijen graven. In omlijnde vakken liggen de lichamelijke overschotten hier naast elkaar, afgedekt met een marmeren kentekenplaat. Eigenlijk is zo’n begraafplaats ook een soort parkeerplaats. Het staat me tegen. ‘Het tijdelijke verruilen voor het eeuwige’ krijgt een wrange bijsmaak. Die strenge, sombere stenen lijken gemaakt om de doden daaronder zo lang mogelijk vast te houden, als monumenten voor het verleden. De zware, glanzend gepolijste zwart-marmeren platen voelen als sluitstenen van macabere putten waarin de doden gevangen worden gehouden. Verboden om te verdwijnen. Is de dood dan geen bevrijding, geen open poort naar wederopstanding? Verplicht tot voortbestaan als souvenir aan een vergane tijd liggen ze hier. Geparkeerd voor de eeuwigheid. Zonder uitrij-ticket.
Mijnheer Spinner
Zie ook:
Spinsel 1: Groesbeek
Spinsel 3: De Oude Begraafplaats
Spinsel 4: De mooiste begraafplaats
Spinsel 5: Een vergissing
Spinsel 6: Begrafenis voor een begraafplaats
Spinsel 7: Begraafplaats Jonkerbos
Spinsel 8: Beek
Als je wilt reageren, vergeet dan niet je naam te vermelden,
behalve als je graag anoniem wilt blijven.
Goed verhaal fijn om te lezen in de Boeddhistische context van het lotusblad. Tijd om stil te staan bij de vergankelijkheid.
Elly van Doorn
Dank je wel voor je reactie, Elly.
Pas als je probeert stil te staan besef je je ten volle de vergankelijkheid van alles?
Olaf Spinner