In 2022 is het vijf jaar geleden dat Gelek Rimpoche is overleden, op 15 februari 2017. In Lotusblad verschijnen drie stukken over het leven van Rimpoche, over zijn jeugd en opleiding in het oude Tibet, de vlucht naar India en zijn wilde jaren daar, en de periode van lesgeven in het Westen. Deze eerste levensbeschrijving van de ‘huisleraar’ van Jewel Heart is eerder verschenen in de Jewel Heart Nieuwsbrief.
De ouders van Gelek Rimpoche
Ngawang Gelek Demo Nyare Khenthul Rimpoche, kortweg bekend als Gelek Rimpoche, werd geboren in Lhasa op de dag dat de nieuwe, 14e Dalai Lama, Tenzin Gyatso, naar het paleis werd gebracht. Zijn geboortedatum is lang onduidelijk geweest en werd in het verleden op augustus gesteld. Tegenwoordig wordt 26 oktober 1939 aangehouden. Zijn vader, Demo Rinpoche, was een neef van de vorige, 13e Dalai Lama en was een belangrijke politieke figuur. Hij was de incarnatie van de Demo-tulku-overleveringslijn, die een aantal regenten van Tibet heeft gekend. Nadat hij als monnik was opgegroeid en opgeleid, gaf hij op latere leeftijd zijn geloften terug en trouwde met een voormalige non uit de Tsang-regio. Gelek Rimpoche was hun eerste zoon. Het verhaal gaat dat zijn ouders ook getrouwd waren in de tijd van Boeddha Shakyamuni. Hoewel hij nu leek was, bleef zijn vader een groot leraar en meester in de dharma. Hij gaf les, voerde rituelen uit en kleedde zich als een lama; dit was niet ongebruikelijk in Tibet. Ook was hij een beroemd geestenbezweerder en heerser over dharmapala’s (beschermers). Gelek Rimpoche vertelde ooit dat er dagelijks geesten om raad kwamen vragen over problemen en ruzies, waarbij zijn vader als scheidsrechter optrad.
Vorige incarnatie
Op de leeftijd van ongeveer 4 jaar werd de zoon van Demo Rinpoche herkend als incarnatie van Tashi Namgyal, de voormalige abt van het Gyuto-college, een van de belangrijkste tantrische colleges van Tibet. Deze was in 1936 overleden en werd algemeen beschouwd als incarnatie van Gyuchen Kunga Dhundrup, de stichter van het Gyuto-college (hoewel dat nooit officieel is erkend). Omdat Tashi Namgyal niet officieel bekend was als tulku (reïncarnerende lama), hadden ze zijn bezittingen na zijn overlijden weggegeven, zoals gebruikelijk bij gewone monniken. Zijn labrang (persoonlijke bezittingen) was opgeruimd en zijn geld verdeeld. Ter afsluiting bood de manager van de voormalige abt een offerande aan de beroemde Pabongka Rinpoche aan. Deze drong er echter op aan om toch naar zijn reïncarnatie te zoeken, hoewel er inmiddels geen geld meer was om een zoekteam te financieren. Pabongka Rinpoche voorspelde dat hij van groot nut zou zijn voor de dharma en zeer veel mensen zou helpen. Bovendien garandeerde hij dat de reïncarnatie in Lhasa gevonden zou worden, zodat de kosten van het zoekteam beperkt zouden zijn.
Zoektocht
De manager en zijn bedienden waren niet erg enthousiast en het zoeken schoot dan ook niet op. Vlak voor zijn overlijden vroeg Pabongka Rinpoche daarom assistentie van Taglungdrag Rinpoche, de regent van Tibet. Deze eiste snel resultaten en het zoekteam kwam nu met acht namen van geschikte kandidaten. Toen het gezelschap diezelfde avond ging slapen, verscheen plotseling een enorme rode figuur, een dharmapala, die hen door de kamer joeg en die alsmaar bleef roepen dat ze de zoon van Demo Rinpoche moesten hebben. De volgende dag werden ze ontboden bij de regent die meedeelde dat hij hetzelfde kind had uitgekozen. Dit was uitzonderlijk snel; meestal moest men twee maanden tot een jaar op antwoord van de regent wachten.
Demo Rinpoche weigerde in eerste instantie te geloven dat zijn zoon de incarnatie was van de abt van het Gyuto-college. Het jongetje stond al op de kandidatenlijst van diverse andere tulku’s, onder meer de Panchen Rinpoche. Zelfs na het verhaal van de wonderbaarlijke gebeurtenissen rond het zoekteam was hij niet helemaal overtuigd. Niettemin werd het jongetje officieel erkend als incarnatie van Tashi Namgyal en kreeg hij de hoge rang van Tshogchen tulku, omdat hij de zoon van Demo Rinpoche en het neefje van de vorige Dalai Lama was. Rimpoche heeft hierover opgemerkt: ‘Het doel van het tulku-systeem is dat een spiritueel begaafd individu wordt herkend en een goede scholing krijgt om zich te ontwikkelen. Wanneer je eenmaal als een tulku bent herkend, welke dan ook, dan is het doel bereikt.’
Gelek Rimpoche's opleiding
Toen de kleine tulku ongeveer 4 jaar oud was, ging hij naar het Drepung Loseling-klooster. Zijn eerste leraar was Gen Yungdung Rinpoche, een spiritueel hoog ontwikkeld leraar die aan grote groepen mensen lesgaf in de lamrim en tantra. Toen Gelek Rimpoche aan hem werd toevertrouwd, stopte hij met al zijn lesactiviteiten en wijdde hij zich volledig aan de kleine tulku. Geleks opleiding omvatte lezen en schrijven, teksten en gebeden uit het hoofd leren, meditatie, rituelen en puja’s, communicatie, manieren en etiquette. Stap voor stap onderwees Gen Yungdung Rinpoche de lamrim en gaf hij de jonge tulku tantrische initiaties.
Gelek Rimpoche spreekt liefdevol over hem in interviews: ‘We sliepen bij elkaar op één kamer, speelden samen, aten samen, mediteerden samen, we deden alles samen en dat was fijn, want mijn ouders waren er niet in het klooster.’ Gen Yungdung Rinpoche stuurde opzettelijk de bedienden weg en ging samen met Gelek Rimpoche op de grond slapen en huishoudelijke taken doen, zoals hout verzamelen, vuur maken, eten koken en thee zetten. Want zoals hij eens aan hem uitlegde: ‘Je bent een volledig erkende geïncarneerde lama, je vader is een groot lama en je komt uit een rijke en voorname familie, maar op deze leeftijd moet je daar nog niet zoveel voordeel van hebben.’ Naast hem had Gelek Rimpoche vele andere beroemde leraren, onder wie Kyabje Ling Rinpoche en Kyabje Trijang Rinpoche, de senior-leraren van de Dalai Lama.
Kwajongensstreken en een wonderlijk voorval
Gelek Rimpoche was een begaafde maar ondeugende leerling. Hij haalde samen met zijn studiegenoten regelmatig kattenkwaad uit en viel in slaap wanneer hij moest studeren. Het kwam zo ver dat men hem in een open raamkozijn op een hogere verdieping neerzette om hem wakker te houden, maar zelfs daar ging hij staan slapen! Niettemin leerde hij zeer veel teksten uit het hoofd, het equivalent van ongeveer 10.000 westerse boekbladzijden.
Toen hij ooit samen met andere monniken aan het bidden was, vloog zijn mala uit zijn handen en deze belandde op het beeld van Palden Lhamo. Hoe hard de bedienden het ook probeerden, ze kregen de mala er niet meer vanaf. Denma Locho Rinpoche, een van zijn leraren, heeft deze wonderbaarlijke gebeurtenis later opgenomen in het langlevengebed voor Rimpoche.
Vlucht uit Tibet
Toen de Chinezen Tibet in 1959 binnenvielen, vluchtte Gelek Rimpoche naar India, samen met een groep van zo’n 500 mensen. Gaandeweg werd de groep steeds kleiner. Ze moesten op een gegeven moment een uitgestrekte steenwoestijn oversteken, terwijl ze nog maar voedsel hadden voor één dag. Daar verschenen drie nonnen en zij vroegen of de zoon van Demo Rinpoche bij het gezelschap was. Toen ze vernamen dat hij er inderdaad bij was, boden de nonnen hen thee aan en een slaapplaats voor de nacht in hun klooster. De volgende dag gaven ze voedsel mee voor de rest van de reis en 25 zilveren munten voor Gelek Rimpoche.
Toen de groep in India arriveerde – er waren inmiddels nog maar vijf mensen over – en hun belevenissen vertelden, hoorden ze dat er helemaal geen klooster bestond op die plaats. Eén monnik is later teruggegaan, maar vond geen enkel spoor van het klooster waar ze hadden overnacht. Rimpoche gelooft dat het zijn vaders beschermers zijn geweest die toen voor hen hebben gezorgd.
Zijn moeder en vader bleven in Tibet. De ergste wreedheden van het Chinese regime zijn hen persoonlijk bespaard gebleven. Toen Demo Rinpoche gedwongen werd om in rituele kleding met een anti-Tibetaanse leus door de stad te lopen, vatte hij dit rustig op en zei na afloop: ‘Ik heb een grote dharma-show gehad vandaag!’ Gelek Rimpoche’s moeder overleed in 1967. Zijn vader wijdde zijn laatste drie levensjaren aan advies geven over het herstel van de beroemde Jokhang-tempel en stierf in 1973. Het duurde dertien dagen voor zijn bewustzijn het lichaam verliet.
In India
Net als veel andere gevluchte Tibetanen kwam Rimpoche in India terecht in een vluchtelingenkamp en wel in Buxa, Assam. In 1960 werd hij uitgekozen door de Dalai Lama om met een kleine groep jonge tulku’s zijn studie voort te zetten in Dharamsala en ook westerse talen te leren. Uiteindelijk zouden zij worden aangewezen om dharma-onderricht te geven aan westerlingen. Rimpoche volgde onder meer een korte opleiding in verschillende vakken aan Cornell University in Ithaka, in de Amerikaanse staat New York, in 1964.
Daarna ging hij werken in het Tibet House in Delhi. De culturele revolutie was inmiddels flink op gang in Tibet en vele heilige objecten en kunstschatten werden vernield. In Delhi openden ze een museum voor Tibetaanse kunst, een bibliotheek voor Tibetaanse geschriften en een werkplaats met winkel waar Tibetaanse gebruiksvoorwerpen werden gemaakt en verkocht. Rimpoche werkte ook bij de Tibetaanse radio-omroep en verzorgde de uitgave van zeldzame geschriften die hij in het oude Tibet uit het hoofd had geleerd.
Wilde jaren
Tijdens de jaren zestig en zeventig in India beleefde Rimpoche een ‘late tieneropstandigheid’, zoals hij het zelf noemde. Hij wilde uitgaan en drank, roken en seks uitproberen. ‘Ik zocht iets nieuws, een geestelijke en lichamelijke kick.’ Hij gaf zijn monniksgeloften terug, net als veel andere monniken, en stortte zich in het moderne leven. Zijn toenmalige leraren, Ling Rinpoche en Trijang Rinpoche, lieten hem begaan en informeerden belangstellend naar zijn ervaringen. Af en toe vroegen ze: ‘Vind je wat je zoekt?’ Hij trouwde met Daisy Tsarong, met wie hij jarenlang in Delhi heeft geleefd; ze hebben geen kinderen.
Hij legde zijn keuze eens als volgt uit:
‘De dharma heb ik nooit willen opgeven. Ik wilde alleen een andere manier van leven. Vanaf een troon zitten lesgeven is één manier. Met de mensen meegaan en meedoen is een andere manier om te helpen bij hun spirituele ontwikkeling.’
Terug naar de dharma
Op verzoek van zijn leraren begon Rimpoche langzamerhand dharma-onderricht te geven. Van 1980 tot 1984 was hij vaste leraar aan Tushita, het centrum van de FPMT, de organisatie van Lama Yeshe, in Delhi. Hij begeleidde ook thuis leerlingen, waaronder Hélène van Hoorn uit Malden. Vanaf 1983 ging hij regelmatig naar Maleisië en Singapore om daar les te geven en steeds vaker reisde hij naar het Westen op uitnodiging van zijn leerlingen
In 1985 kwam hij voor het eerst naar Nederland op verzoek van Hélène van Hoorn en ontstond er een boeddhistische studiegroep in Nijmegen. Rimpoche besloot zich te vestigen in Ann Arbor, Michigan, in de Verenigde Staten. Dit werd zijn thuisbasis en hier werd in 1988 de organisatie Jewel Heart opgericht. Rimpoche leefde en werkte sindsdien te midden van westerse mensen. Een groot deel van zijn tijd was hij op reis in de Verenigde Staten, Europa en Azië om zijn leerlingen te begeleiden en les te geven.
Door: Marion Wierda
Lange tijd gaf Rimpoche twee keer per jaar onderricht bij Jewel Heart Nederland, in het voorjaar en najaar. Aan het eind van zijn leven, toen hij minder vaak kon komen, wist hij, als moderne lama, nog steeds les te geven via internetverbinding vanuit Amerika.
Zie ook:
Gelek Rimpoche, een ongewone lama (deel 1)
Gelek Rimpoche, een ongewone lama (deel 2)
Als je wilt reageren, vergeet dan niet je naam te vermelden,
behalve als je graag anoniem wilt blijven.